Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Ik zal [74]tegen hen opstaan, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal van Babel uitroeien den naam [75]en het overblijfsel, en [76]den zoon en den zoonszoon, spreekt de HEERE. 74. Te weten tegen de kinderen van den koning te Babel. 75. Dat is, de overgeblevenen. 76. Anders: zo den zoon als den neef.